Stap in de geschiedenis van de Grand Prix van Zandvoort tijdens de unieke expositie F1 Legends.
Met de terugkeer van de Grand Prix Formule 1 naar Zandvoort werd in 2021
een vervolg gegeven aan een bijzonder stuk autosportgeschiedenis in ons
land. Het Louwman Museum houdt van 1 juli tot en met 4 september een
expositie die de Formule 1 wedstrijden op Zandvoort uit de periode 1948
tot 1970 belicht. Topstukken van de overzichtstentoonstelling zijn
ongetwijfeld de winnende Ferrari 500 F2 (1952/53) van Alberto Ascari, de
winnende Mercedes-Benz W196 (1955) van Juan Manuel Fangio én de
winnende Lotus 33 (1965) van Jim Clark.
Als mooi opwarmertje voor jouw bezoek, neemt journalist Werner Budding je mee langs alle F1 Legends in onderstaande video!
Alberto Ascari – Ferrari 500 F2
Winnaar van de Grand Prix van Zandvoort 1952 en 1953
Eind 1951 had Alfa Romeo zich teruggetrokken uit de
Formule 1, zodat alleen aartsrivaal Ferrari in 1952 nog competitieve
Italiaanse auto’s had. De motor van de Ferrari 500 F2 werd door Aurelio
Lampredi ontwikkeld op basis van de reglementen voor het seizoen 1952/53
en gemonteerd in een bestaand Formule 2 chassis. Dit bleek een zeer
goed combinatie, want Alberto Ascari, de eerste rijder van de Ferrari
renstal, werd twee keer wereldkampioen door in beide seizoenen bijna
alles te winnen. Met de getoonde auto wist Alberto Ascari in 1953 maar
liefst zeven overwinningen op rij te halen. Een record dat stand hield
tot 2013. Ascari is bovendien de eerste wereldkampioen voor Ferrari.
Juan Manuel Fangio – Mercedes-Benz W196
Winnaar van de Grand Prix van Zandvoort 1955
In 1954 besloot Mercedes Benz terug te keren in de
hoogste klasse van de motorsport. Met een technisch zeer
geavanceerde Formule 1 auto. De klepbediening (zonder klepveren) was
uniek, maar ook de plaatsing van grote trommelremmen binnen de
carrosserie van de auto, dus niet in de wielen, was nog niet eerder in
de Formule 1 vertoond. Bovendien werd de Argentijnse F1 wereldkampioen
Juan Manuel Fangio ingehuurd. Al snel bleek dit een onverslaanbare
combinatie, wat resulteerde in zijn tweede wereldtitel in 1954. In 1955
herhaalde Fangio dit kunstje, ondersteund door zijn Engelse teamgenoot
Stirling Moss. Eind 1955 hield Mercedes Benz na een dramatisch ongeval
op Le Mans het racen voor gezien. Tijdens de race op Zandvoort werd Moss
op korte afstand tweede.
Jo Bonnier – BRM P25
Winnaar van de Grand Prix van Zandvoort 1959
Deze auto bezorgde BRM, British Racing Motors zijn eerste
overwinning in de Formule 1. Hetzelfde gold overigens ook voor zijn
bestuurder, de Zweed Jo Bonnier, die later faam zou maken in
sportwagenraces. De fraaie vormgeving doet enigszins denken aan de
Vanwall. De auto is, inclusief de motor, helemaal door BRM gebouwd, wat
waarschijnlijk meer overwinningen in de weg heeft gestaan. In latere
jaren was het merk veel succesvoller in de 1.500 cc Grands Prix.
Jim Clark – Lotus 33
Winnaar van de Grand Prix van Zandvoort 1965
Dit is de kampioensauto van de legendarische Jim Clark.
Hij won in 1965 het kampioenschap met grote overmacht. Deze auto was
niet alleen snel, maar Het ook uiterlijke een schoonheid. De 33 was de
opvolger van het eveneens zeer succesvolle model 25, de eerste monocoque
in de formule 1, waarmee Clark in 1963 wereldkampioen werd. De 33 was
verder verfijnd en voorzien van de bekende 1.497 cc Coventry Climax V8.
Deze motor was qua vermogen bijna gelijk aan de twaalfcilinder Ferrari
maar de hanteerbaarheid van de Lotus was stukken beter. Clark won met
deze auto dan ook met overmacht de Grand Prix van Zandvoort in
1965. In 1966 werd de auto voorzien van een tot 2 liter opgeboorde motor
en zelfs daarmee was de auto competitief ten opzichte van de auto’s met
een drieliter motor. In 1967 kwam de Lotus 49 en de rest is
geschiedenis. Dit model wordt gezien als een van de mooiste Lotus
racewagens ooit.
Dries van der Lof – HWM-Alta
Deelnemer aan de Grand Prix van Zandvoort in 1952
Hersham and Walton Motors (HWM) was het schoolvoorbeeld
van een Formule 1 team uit de beginperiode van deze klasse. Ook zij
gebruikten een bestaande Formule 2 auto voor deelname aan Grands Prix in
1952/53. Ze trokken heel Europa door en raceten elk weekeinde om het
als equipe financieel te bolwerken. Vaak werden lokale rijders
gebruikt die, tegen betaling, een Grand Prix mochten rijden. Bekende
Engelse coureurs hebben zo het racen geleerd in een HWM, zoals Stirling
Moss en Peter Collins. Deze auto nam met Dries van der Lof achter
het stuur in 1952 deel aan de Grand Prix van Zandvoort, maar reed
onvoldoende rondes om geklasseerd te worden.
Carel Godin de Beaufort – Porsche 718
Deelnemer aan de Grand Prix van Zandvoort in 1963 en 1964
Voor het seizoen 1961 werd de maximale motorinhoud
vastgesteld op 1.500 cc. Dit was gelijk aan het maximum voor de Formule 2
in de voorgaande jaren. Door een dergelijke auto te kopen kon je dus
vanaf 1961 meedoen in het Walhalla van de autosport: de Formule 1. De
Nederlander Carel Godin de Beaufort kocht een Porsche 718 en nam deel in
1963 en 1964. Ook wist hij in deze jaren punten te scoren voor het
wereldkampioenschap, een in die tijd unieke prestatie. In 1964
verongelukte hij helaas dodelijk op een circuit in Duitsland.
Graham Hill – Lotus 49
Deelnemer aan de Grand Prix van Zandvoort in 1967
De Lotus 49 beleefde zijn racedebuut in 1967 op het
circuit van Zandvoort. De auto was voorzien van allerlei noviteiten en
werd door Graham Hill omschreven als revolutionair en sensationeel. Op
instigatie van Lotusbaas Colin Chapman ontwikkelde Ford een nieuwe, zeer
geavanceerde, V8 motor. Die motor maakte deel uit van het chassis, iets
wat tot dan toe zelden was voorgekomen. Vier kleppen per cilinder,
brandstofinspuiting en een vermogen van meer dan 400 pk. Daarnaast was
de motor relatief goedkoop en makkelijk te krijgen. De auto was alles
wat een Lotus kenmerkte; licht, efficiënt en zeer snel. Graham Hill viel
helaas uit, maar Jim Clark bekroonde het debuut van de Lotus 49 met een
zege op Zandvoort. Van 1967 tot en met 1983 werden maar liefst 176
Grands Prix gewonnen door een auto met een Cosworth V8.